De hondeneters van Marita de Sterck

Op woensdag 26 december 1917
verdwijnt zijn hond, Django. Deze hond is zijn beste vriend. Hij voelt wanneer
Victor een aanval gaat krijgen en zorgt zeer goed voor zijn baasje. Victor zelf
beseft dat hij zonder Django niemand heeft. Hij zal er dus alles aandoen om
zijn hond terug te vinden. Zo vertrekt hij die woensdag nog en gaat op weg om
zijn hond te zoeken. Op zijn gevaarlijke tocht in deze onzekere tijden ontmoet
hij vele mensen en proeft hij eindelijk van het echte leven. Iets wat hij
voordien nooit mocht. Dit is ook waarrond ik mijn reflectieverslag wil
schrijven, het feit dat mensen met een handicap bijna geen kansen krijgen om
zich te ontwikkelen als gewone personen. Dit omdat men denkt dat zij dit niet
kunnen.
Vooral in het begin van het boek
is duidelijk dat Victor niets anders doet dan thuis zitten en zich bezig houden
met de weinige dingen die hem zijn toegelaten. Hij mag niet teveel spelen, want
als hij actief is, is de kans op een aanval groter. Hij mag niet studeren, want
dat is te vermoeiend en hij moet veel rusten. Ook mag hij geen boeken van Jules
Verne lezen, want deze boeken zijn te spannend voor hem en dus niet goed. Sinds
zijn tiende is hij ook niet meer buitenshuis geweest. Zijn ouders zouden het te
gevaarlijk en beschamend vinden als hij een aanval op straat zou krijgen. Zo
zijn er nog veel andere kleine dingen die hij niet mag doen, ook al zou hij dit
allemaal perfect kunnen. Zijn ouders willen hem beschermen omdat ze van hem
houden, maar pakken zo ook heel zijn toekomst af. Hij is een gewone jongen,
goed gebouwd en slim. Het enigste probleem is dat hij minstens één keer per dag
een aanval krijgt. Door deze ziekte is hij niet “gewoon” en kan hij dus niet
functioneren in onze maatschappij. Hij heeft zoals iedere gewone mens ambities.
Hij zou graag zijn vader opvolgen, maar dit kan hij niet volgens zijn ouders.
Hij zou ook niet kunnen trouwen, want geen enkele vrouw wil een man die “de
vallende ziekte” heeft. Ze willen hem zelfs naar een gesticht sturen waar ze
hem vol morfine pompen. Dit allemaal omwille van dat ene probleempje.
Dit verhaal speelt zich honderd
jaar geleden af, maar zelf vind ik dat deze toestanden nog altijd voorkomen in
de wereld van nu. Er zijn nog altijd landen waar mensen met een handicap, zelfs
al is het een lichte handicap, worden weg gestoken voor de buitenwereld. Deze
mensen die perfect zouden functioneren in de maatschappij krijgen hiertoe de
kans niet. Op hen wordt vaak neergekeken. In België wordt hier gelukkig al aan gewerkt en dit is zeer goed, maar toch blijft het teleurstellend als je globaal
naar dit probleem kijkt. Er is nog veel werk aan de winkel om dit op te lossen.
Iedereen moet de kans krijgen om zijn of haar dromen waar te maken. Ook al
heeft deze persoon een beperking. Dit is geen reden om hem uit te sluiten en
zijn toekomst af te pakken. En dit boek is een bewijs dat de toestanden nog
niet zoveel zijn veranderd in vergelijking met honderd jaar geleden. Wat dus
een zeer trieste zaak is in deze toch wel redelijk moderne wereld.
fotobron: https://www.google.be/search?q=de+hondeneters+marita+de+sterck&newwindow=1&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ei=llcQVLqVF8vTaLq8gfAB&ved=0CAgQ_AUoAQ&biw=1440&bih=785#facrc=_&imgdii=_&imgrc=2R4Q42Qto48PXM%253A%3BFebZmcCgQpxPQM%3Bhttp%253A%252F%252Fdata.wpg.be%252FcoversLarge%252F9789045116709.jpg%3Bhttp%253A%252F%252Fwww.wpg.be%252Fhondeneters%3B325%3B518
Geen opmerkingen:
Een reactie posten